Veel voorkomende indicaties:
- het achterblijven in de ontwikkeling van het rollen, zitten, kruipen, staan, lopen
- niet soepel bewegen
- weinig initiatief nemen of weinig onderzoekend zijn
- een asymmetrische houding (voorkeurshouding)
- een scheef of afgeplat hoofdje
- een hoge spierspanning (dit gaat vaak gepaard met overstrekken en huilen)
- een lage spierspanning (een kind voelt dan te slap aan en neemt weinig eigen initiatief in bewegen)
- angstig en onrustig zijn
- veel vallen
- zich niet goed opvangen bij vallen
Heeft uw kind moeite met andere vaardigheden? Neem gerust contact op. Wij kunnen met u overleggen of kinderoefentherapie iets voor uw kind kan betekenen.

